Je hebt niet altijd grote geologische gebeurtenissen nodig voor een adembenemend landschap. Soms kan de subtiele invloed van karst het verschil maken. Deze etappe op dag twee van de Tour de France geeft ons een mooie gelegenheid om uit te leggen hoe dat werkt. We zijn nog steeds in Baskenland met al zijn fascinerende geologische geschiedenis. Op het parcours doorkruisen de renners de uitlopers van de berg Txindoki. Deze majestueuze piek markeert de noordwestelijke grens van het Aralar-gebergte. Dit zijn de spectaculaire overblijfselen van dikke kalksteenafzettingen die zich tussen 150 en 100 miljoen jaar geleden in ondiepe subtropische zeeën vormden. Dit was tijdens de Jura en Krijt periode toen de dinosaurussen over de planeet zwierven.
De kalkstenen werden later opgeheven door tektonische krachten. In de loop der tijd erodeerde het opgeheven kalksteen geleidelijk, waardoor de ooit hoge, ruige bergtoppen reduceerden tot de hellinkjes die we nu zien. Maar ondanks miljoenen jaren erosie zijn de beklimmingen in Baskenland nog steeds behoorlijk steil. De niet-klimmers moeten nog een paar miljoen jaar wachten op een meer geleidelijke klim.
Karst vormt het landschap
We zijn geneigd te denken dat grote, significante veranderingen in het landschap gepaard gaan met grote tektonische krachten. Dat is niet waar. Het kan veel subtieler. Het fenomeen dat geologen karst noemen (naar de Karstregio in Slovenië) is een zeer langzaam proces, maar de resultaten zijn aanzienlijk. Karst is een delicate dans tussen oude kalksteen en de kracht van het water. Wanneer regenwater bergafwaarts stroomt en in natuurlijke spleten terechtkomt, snijdt het scherpe dalen en infiltreert het in diepere lagen. Dit vormt ondergrondse kanalen en grotten.
Door de tijd kijken
Water is een vaardige beeldhouwer, maar kan ook vernietigend uithalen. Door de rotswanden geleidelijk op to poetsen totdat hun fundamenten worden blootgelegd, kan water ook leiden tot abrupte instortingen die de onderliggende structuur van het idyllische landschap erboven blootleggen.
Een geologische dwarsdoorsnede van noord naar zuid langs het parcours van vandaag laat golvende patronen zien die lijken op de rimpelingen in een theatergordijn. De opstaande “heuvels” worden anticlines genoemd. De naar beneden gebogen “valleien” staan bekend als synclines. Binnen deze lagenkoek van golvend gesteente behoren de oudste lagen tot het Onder-Krijt. Ze bevinden zich onder jongere lagen die tot het Boven-Krijt behoren.
De opwaarts gebogen anticlines zijn het meest gevoelig voor karst. Ze hebben meer last van verwering in vergelijking met de meer beschutte synclines. Als gevolg hiervan zijn grote delen van de jongere lagen uit het Boven-Krijt in de anticlines weggehaald, waardoor een geologisch venster op de oudere rotsen uit het Onder-Krijt eronder zichtbaar is geworden. Het is eigenlijk terugkijken in de tijd zonder te graven. De renners racen vandaag dwars door de geologische tijd en worden beloond met adembenemende landschappen.
Adem in, adem uit
Terwijl de renners het adembenemende landschap van het glooiende terrein van het Aralar Gebergte in zich opnemen, werkt hun lichaam onvermoeibaar om zuurstof op te nemen en om te zetten in energie door de verbranding van koolhydraten. De resulterende koolstofdioxide wordt vervolgens uitgeademd en vervangen door verse zuurstofrijke lucht. Het menselijk lichaam presteert optimaal op zeeniveau, waar de lucht bijna 21% zuurstof en minder dan 0,05% koolstofdioxide bevat.
Wat zou er gebeuren als de atmosfeer zelf een plotselinge en significante verandering zou ondergaan in de concentraties zuurstof en koolstofdioxide? Het antwoord op die vraag is te vinden in de geologische gegevens van het Aralar-gebergte. Rotslagen in de buurt van het Igaratza toevluchtsoord en het dorp Madotz, niet ver van Larraitz op de route van vandaag, laten de directe gevolgen zien van een massale uitstoot van koolstfdioxide in de atmosfeer. Deze waren het gevolg van een plotselinge uitbarsting van vulkanische activiteit in het centrale deel van de Stille Oceaan, letterlijk aan de andere kant van de planeet.
We kennen deze gebeurtenis als ‘de Zuurstofloze Oceaanfase 1a’. Het gebeurde ongeveer 120 miljoen jaar geleden. Het leidde tot een vernietigende toename van koolstofdioxide in de atmosfeer en in de oceanen. Het bewijs zit in de kleuren van de rotslagen. Door de veranderde chemie van het zeewater konden bepaalde organismen hun schelpen niet meer bouwen, waardoor ze stierven. Deze gebeurtenis resulteerde in een significante verandering in het uiterlijk van de gesteentelagen van lichtgekleurde kalkstenen – van de skeletresten van organismen – naar donkere mergels en kleisteen rijk aan organische materiaal dat niet rotte omdat er nauwelijks zuurstof in de zeeën was. De gebeurtenis duurde 1 tot 1,5 miljoen jaar voordat de omstandigheden weer normaal werden. De lichtgekleurde kalkstenen keerden terug en de donkere mergels en kleisteen zijn verdwenen.
Bekijk de uitlegvideo op YouTube van Douwe van Hinsbergen.
-
Dennis Voeten studied geology and palaeoclimatology at the Vrije Universiteit Amsterdam, during which he conducted field work in, among other locations, Spanish and French Basque Country. Dennis subsequently enjoyed a professional stint in archaeology before completing his PhD in Zoology at Palacký University in the Czech town of Olomouc. His doctoral research relied on powerful X-rays to visualise and study valuable and rare vertebrate fossils. Dennis continued his palaeontological research career at the Swedish Uppsala University and became curator of fossil vertebrates at its Museum of Evolution. Dennis recently returned to his home country of the Netherlands, where he works at the Frisian Museum of Natural History.
-
David De Vleeschouwer is a geologist specializing in the study of Earth’s past climates. Fascinated by rocks and maps from a young age, he pursued geography and geology at Vrije Universiteit Brussel, earning a Ph.D. in Devonian paleoclimatology. His research focuses on understanding how small changes in the Earth’s position relative to the Sun, known as Milankovic cycles, influenced climate and ecosystem shifts before humans were playing their part. David’s global travels have taken him to Mongolia, South Africa, Illinois, and offshore Australia to study these climate cycles in the geologic record. In his free time, he enjoys running and cycling in the Bremen flatlands, the Cretaceous Münster basin, or the folded Belgian Ardennes.